Klauw

Water gemorst bij het koffie zetten,
de keukenhanddoek maakte een naar gepiep.
Wie o wie kon dra de bonen fretten?
Correct: bibi, ik die geenszins om hulp riep.

Achter mij blies Klavdia: ‘Ten aanval!’
Zij dacht precies een spook te hebben gehoord.
Voor ik het goed en wel besefte: knal,
de huid van mijn linkerarm driewerf doorboord!

Door zich over het fantoom te ontfermen
wou de Klauw enkel haar redder beschermen –
in feite werd ik hevig geliefkoosd.

Daarenboven, dat eng geluid bisseren
was de attaque zoeken, het zal me leren,
en dat allemaal voor een bakje troost.